No one recognized Tom's genius while he was alive.
Niemand herkende Toms genie toen hij nog leefde.
Tom is a language genius who speaks 100 languages fluently, but he's really bad at maths and can't even solve a simple first-order equation.
Tom is een taalgenie die vloeiend 100 talen spreekt, maar hij is erg slecht in wiskunde en kan niet eens een eenvoudige vergelijking van de eerste orde oplossen.
Your son is a genius.
Je zoon is een genie.
Everything genius is simple.
Al het genie is eenvoudig.
You are a genius.
Je bent een genie.
He is a mathematical genius.
Hij is een wiskundig genie.
She is a genius.
Ze is een genie.
A facet of genius is the ability to provoke scandals.
Een facet van genialiteit is het vermogen om schandalen uit te lokken.
It's obvious to everyone that he's a genius.
Het is voor iedereen duidelijk dat hij een genie is.
She has a genius for music.
Ze heeft een genie voor muziek.
You are a musical genius.
Je bent een muzikaal genie.
I'm an alcoholic. I'm a drug addict. I'm homosexual. I'm a genius.
Ik ben alcoholist. Ik ben een drugsverslaafde. Ik ben homoseksueel. Ik ben een genie.
His son is a genius.
Zijn zoon is een genie.
He is a genius, if ever there is one.
Hij is een genie, als die er ooit is.
That he is a genius is clear to everyone.
Dat hij een genie is, is voor iedereen duidelijk.
Her son is a genius.
Haar zoon is een genie.
It is no exaggeration to call him a genius.
Het is niet overdreven om hem een genie te noemen.
> 