Translation meaning & definition of the word "generic" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "generiek" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Generic
[Generiek]/ʤənɛrɪk/
noun
1. A wine that is a blend of several varieties of grapes with no one grape predominating
- A wine that does not carry the name of any specific grape
- synonym:
- generic ,
- generic wine
1. Een wijn die een blend is van verschillende druivensoorten zonder dat er één druif overheerst
- Een wijn die niet de naam draagt van een specifieke druif
- synoniem:
- generiek ,
- generieke wijn
2. Any product that can be sold without a brand name
- synonym:
- generic
2. Elk product dat zonder merknaam kan worden verkocht
- synoniem:
- generiek
adjective
1. Relating to or common to or descriptive of all members of a genus
- "The generic name"
- synonym:
- generic
1. Met betrekking tot of gemeenschappelijk voor of beschrijvend voor alle leden van een geslacht
- "De generieke naam"
- synoniem:
- generiek
2. (of drugs) not protected by trademark
- "`acetaminophen' is the generic form of the proprietary drug `tylenol'"
- synonym:
- generic
2. ( van geneesmiddelen ) niet beschermd door handelsmerk
- "Acetaminophen "is de generieke vorm van het gepatenteerde medicijn" tylenol'"
- synoniem:
- generiek
3. Applicable to an entire class or group
- "Is there a generic asian mind?"
- synonym:
- generic
3. Van toepassing op een hele klasse of groep
- "Is er een generieke aziatische geest?"
- synoniem:
- generiek