Translation meaning & definition of the word "fur" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "bont" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Fur
[Bont]/fər/
noun
1. The dressed hairy coat of a mammal
- synonym:
- fur ,
- pelt
1. De geklede harige vacht van een zoogdier
- synoniem:
- vacht
2. Dense coat of fine silky hairs on mammals (e.g., cat or seal or weasel)
- synonym:
- fur
2. Dichte vacht van fijne zijdeachtige haren op zoogdieren ( bijv. kat of zeehond of wezel )
- synoniem:
- vacht
3. A garment made of the dressed hairy coat of a mammal
- synonym:
- fur
3. Een kledingstuk gemaakt van de geklede harige vacht van een zoogdier
- synoniem:
- vacht
Examples of using
Burglars broke into our apartment and stole my wife's fur coat.
Inbrekers braken ons appartement binnen en stalen de bontjas van mijn vrouw.
Our cat's fur has lost its luster.
De vacht van onze kat heeft zijn glans verloren.
I held the fur coat close to my cheek and dreamt of the day I would be able to afford it.
Ik hield de bontjas dicht bij mijn wang en droomde van de dag dat ik hem zou kunnen betalen.