Translation meaning & definition of the word "freewheeling" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "freeroweling" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Freewheeling
[Vrijloop]/friwilɪŋ/
adjective
1. Free of restraints or rules
- "Freewheeling foolishness"
- "The versatility of his poetic freewheeling style"
- synonym:
- freewheeling
1. Vrij van beperkingen of regels
- "Vrijmakende dwaasheid"
- "De veelzijdigheid van zijn poëtische vrijloopstijl"
- synoniem:
- vrijloop
2. Cheerfully irresponsible
- "Carefree with his money"
- "Freewheeling urban youths"
- "Had a harum-scarum youth"
- synonym:
- carefree ,
- devil-may-care ,
- freewheeling ,
- happy-go-lucky ,
- harum-scarum ,
- slaphappy
2. Vrolijk onverantwoordelijk
- "Zorgeloos met zijn geld"
- "Vrijlopende stedelijke jongeren"
- "Had een harum-scarum jeugd"
- synoniem:
- zorgeloos ,
- duivel-kan-zorg ,
- vrijloop ,
- blij-ga-geluk ,
- harum-scarum ,
- klap