Translation meaning & definition of the word "fraught" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "fraught" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Fraught
[Fraught]/frɔt/
adjective
1. Marked by distress
- "A fraught mother-daughter relationship"
- synonym:
- fraught
1. Gekenmerkt door nood
- "Een beladen moeder-dochterrelatie"
- synoniem:
- beladen
2. Filled with or attended with
- "Words fraught with meaning"
- "An incident fraught with danger"
- "A silence pregnant with suspense"
- synonym:
- fraught(p) ,
- pregnant
2. Gevuld met of bijgewoond met
- "Woorden vol betekenis"
- "Een incident vol gevaar"
- "Een stilte zwanger van spanning"
- synoniem:
- beladen(p) ,
- zwanger