Translation meaning & definition of the word "forgive" into Dutch language

verb

1. Stop blaming or grant forgiveness

• "I forgave him his infidelity"

• "She cannot forgive him for forgetting her birthday"

synonym:
• forgive

1. Stop met het beschuldigen of vergiffenis verlenen

• "Ik vergaf hem zijn ontrouw"

• "Ze kan het hem niet vergeven dat hij haar verjaardag is vergeten"

synoniem:
• vergeven

2. Absolve from payment

• "I forgive you your debt"

synonym:
• forgive

2. Vrijwaren van betaling

• "Ik vergeef je je schuld"

synoniem:
• vergeven

Examples of using

I'm ready to forgive Tom.

Ik ben klaar om Tom te vergeven.

We won't forgive you.

We zullen het je niet vergeven.

Always forgive your enemies. Nothing irritates them more.

Vergeef je vijanden altijd. Niets irriteert ze meer.

I know that you will forgive me.

Ik weet dat je me zult vergeven.

Tom would never forgive us if we did that.

Tom zou het ons nooit vergeven als we dat deden.

He'll never forgive me.

Hij zal het me nooit vergeven.

He will never forgive me.

Hij zal het me nooit vergeven.

I will never forgive her.

Ik zal het haar nooit vergeven.

I will never forgive him.

Ik zal het hem nooit vergeven.

I'll never forgive her.

Ik vergeef het haar nooit.

I'll never forgive him.

Ik vergeef het hem nooit.

I'll never forgive you.

Ik vergeef het je nooit.

I'll forgive you.

Ik vergeef je.

I won't forgive her.

Ik vergeef het haar niet.

I'll forgive, but I won't forget.

Ik vergeef het, maar ik vergeet het niet.

We won't forgive you.

We zullen het je niet vergeven.

Do you think Tom will forgive me?

Denk je dat Tom me zal vergeven?

Father, forgive them; for they know not what they do.

Vader, vergeef ze; want ze weten niet wat ze doen.

Father, forgive them; for they know not what they do.

Vader, vergeef ze; want ze weten niet wat ze doen.