Translation meaning & definition of the word "foreman" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "voorman" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Foreman
[Voorman]/fɔrmən/
noun
1. A person who exercises control over workers
- "If you want to leave early you have to ask the foreman"
- synonym:
- foreman ,
- chief ,
- gaffer ,
- honcho ,
- boss
1. Een persoon die controle uitoefent over werknemers
- "Als je vroeg wilt vertrekken, moet je het aan de voorman vragen"
- synoniem:
- foreman ,
- chief ,
- gaffer ,
- honcho ,
- boss
2. A man who is foreperson of a jury
- synonym:
- foreman
2. Een man die voorman is van een jury
- synoniem:
- foreman
Examples of using
The foreman docked me an hour's pay for getting to work late.
De voorman heeft mij een uur loon gegeven omdat ik te laat op mijn werk was.