Translation meaning & definition of the word "fore" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "voor" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Fore
[Fore]/fɔr/
noun
1. Front part of a vessel or aircraft
- "He pointed the bow of the boat toward the finish line"
- synonym:
- bow ,
- fore ,
- prow ,
- stem
1. Voorste deel van een vaartuig of luchtvaartuig
- "Hij richtte de boeg van de boot naar de finish"
- synoniem:
- bow ,
- fore ,
- boeg ,
- stem
adjective
1. Situated at or toward the bow of a vessel
- synonym:
- fore(a)
1. Gelegen aan of in de richting van de boeg van een schip
- synoniem:
- voor(a)
adverb
1. Near or toward the bow of a ship or cockpit of a plane
- "The captain went fore (or forward) to check the instruments"
- synonym:
- fore ,
- forward
1. Dichtbij of in de richting van de boeg van een schip of cockpit van een vliegtuig
- "De kapitein ging naar voren (of naar voren) om de instrumenten te controleren"
- synoniem:
- fore ,
- forward