Translation meaning & definition of the word "flawless" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onberispelijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Flawless
[Onberispelijk]/flɔləs/
adjective
1. Without a flaw
- "A flawless gemstone"
- synonym:
- flawless ,
- unflawed
1. Zonder een fout
- "Een onberispelijke edelsteen"
- synoniem:
- onberispelijk ,
- niet ontdooid