Translation meaning & definition of the word "flair" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "flair" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Flair
[Flair]/flɛr/
noun
1. A natural talent
- "He has a flair for mathematics"
- "He has a genius for interior decorating"
- synonym:
- flair ,
- genius
1. Een natuurtalent
- "Hij heeft een flair voor wiskunde"
- "Hij heeft een genie voor interieurdecoratie"
- synoniem:
- flair ,
- genie
2. Distinctive and stylish elegance
- "He wooed her with the confident dash of a cavalry officer"
- synonym:
- dash ,
- elan ,
- flair ,
- panache ,
- style
2. Onderscheidende en stijlvolle elegantie
- "Hij heeft haar uitgelokt met het zelfverzekerde streepje van een cavalerie-officier"
- synoniem:
- streepje ,
- elan ,
- flair ,
- zwier ,
- stijl
3. A shape that spreads outward
- "The skirt had a wide flare"
- synonym:
- flare ,
- flair
3. Een vorm die naar buiten verspreidt
- "De rok had een brede gloed"
- synoniem:
- flare ,
- flair