Translation meaning & definition of the word "firing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "vuren" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Firing
[Vuren]/faɪrɪŋ/
noun
1. The act of firing weapons or artillery at an enemy
- "Hold your fire until you can see the whites of their eyes"
- "They retreated in the face of withering enemy fire"
- synonym:
- fire ,
- firing
1. Het schieten van wapens of artillerie op een vijand
- "Houd je vuur vast totdat je het wit van hun ogen kunt zien"
- "Ze trokken zich terug in het licht van verdorrend vijandelijk vuur"
- synoniem:
- vuur ,
- schieten
2. The act of discharging a gun
- synonym:
- discharge ,
- firing ,
- firing off
2. Het ontslaan van een pistool
- synoniem:
- kwijting ,
- schieten
3. The act of setting something on fire
- synonym:
- ignition ,
- firing ,
- lighting ,
- kindling ,
- inflammation
3. Het in brand steken van iets
- synoniem:
- ontsteking ,
- schieten ,
- verlichting ,
- aanmaakhout
4. The termination of someone's employment (leaving them free to depart)
- synonym:
- dismissal ,
- dismission ,
- discharge ,
- firing ,
- liberation ,
- release ,
- sack ,
- sacking
4. De beëindiging van iemands dienstverband ( waardoor ze vrij kunnen vertrekken )
- synoniem:
- ontslag ,
- verzuim ,
- kwijting ,
- schieten ,
- bevrijding ,
- vrijgeven ,
- zak ,
- ontslaan
Examples of using
They started firing.
Ze begonnen te schieten.
The men who tried to steal the plane have been sentenced to death by firing squad.
De mannen die probeerden het vliegtuig te stelen, zijn ter dood veroordeeld door een vuurpeloton.
He was sentenced to death by firing squad.
Hij werd ter dood veroordeeld door een vuurpeloton.