Translation meaning & definition of the word "fight" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "vechten" in de Nederlandse taal
Fight
[Fight]noun
1. A hostile meeting of opposing military forces in the course of a war
- "Grant won a decisive victory in the battle of chickamauga"
- "He lost his romantic ideas about war when he got into a real engagement"
- synonym:
- battle ,
- conflict ,
- fight ,
- engagement
1. Een vijandige bijeenkomst van vijandige strijdkrachten in de loop van een oorlog
- "Grant behaalde een beslissende overwinning in de slag om chickamauga"
- "Hij verloor zijn romantische ideeën over oorlog toen hij een echte verloving kreeg"
- synoniem:
- battle ,
- conflict ,
- fight ,
- engagement
2. The act of fighting
- Any contest or struggle
- "A fight broke out at the hockey game"
- "There was fighting in the streets"
- "The unhappy couple got into a terrible scrap"
- synonym:
- fight ,
- fighting ,
- combat ,
- scrap
2. De daad van vechten
- Elke wedstrijd of strijd
- "Er brak een gevecht uit tijdens de hockeywedstrijd"
- "Er werd gevochten op straat"
- "Het ongelukkige stel raakte in een vreselijk schroot"
- synoniem:
- fight ,
- fighting ,
- combat ,
- scrap
3. An aggressive willingness to compete
- "The team was full of fight"
- synonym:
- competitiveness ,
- fight
3. Een agressieve bereidheid om te concurreren
- "Het team was vol strijd"
- synoniem:
- concurrentievermogen ,
- fight
4. An intense verbal dispute
- "A violent fight over the bill is expected in the senate"
- synonym:
- fight
4. Een intens verbaal dispuut
- "Er wordt een gewelddadige strijd over het wetsvoorstel verwacht in de senaat"
- synoniem:
- fight
5. A boxing or wrestling match
- "The fight was on television last night"
- synonym:
- fight
5. Een boks - of worstelwedstrijd
- "Het gevecht was gisteravond op televisie"
- synoniem:
- fight
verb
1. Be engaged in a fight
- Carry on a fight
- "The tribesmen fought each other"
- "Siblings are always fighting"
- "Militant groups are contending for control of the country"
- synonym:
- contend ,
- fight ,
- struggle
1. Verwikkeld zijn in een gevecht
- Ga door met vechten
- "De stamleden vochten met elkaar"
- "Zussen zijn altijd aan het vechten"
- "Militante groepen strijden om controle over het land"
- synoniem:
- strijden ,
- fight ,
- strijd
2. Fight against or resist strongly
- "The senator said he would oppose the bill"
- "Don't fight it!"
- synonym:
- fight ,
- oppose ,
- fight back ,
- fight down ,
- defend
2. Vecht tegen of verzet je krachtig
- "De senator zei dat hij zich tegen het wetsvoorstel zou verzetten"
- "Vecht er niet tegen!"
- synoniem:
- fight ,
- tegenwerken ,
- terugvechten ,
- vecht neer ,
- defend
3. Make a strenuous or labored effort
- "She struggled for years to survive without welfare"
- "He fought for breath"
- synonym:
- fight ,
- struggle
3. Doe een zware of moeizame inspanning
- "Ze worstelde jarenlang om te overleven zonder welzijn"
- "Hij vocht om adem"
- synoniem:
- fight ,
- strijd
4. Exert oneself continuously, vigorously, or obtrusively to gain an end or engage in a crusade for a certain cause or person
- Be an advocate for
- "The liberal party pushed for reforms"
- "She is crusading for women's rights"
- "The dean is pushing for his favorite candidate"
- synonym:
- crusade ,
- fight ,
- press ,
- campaign ,
- push ,
- agitate
4. Zich voortdurend, krachtig of opdringerig inspannen om een einde te maken of een kruistocht aan te gaan voor een bepaalde zaak of persoon
- Wees een pleitbezorger voor
- "De liberale partij drong aan op hervormingen"
- "Ze voert een kruistocht voor vrouwenrechten"
- "De decaan dringt aan op zijn favoriete kandidaat"
- synoniem:
- kruistocht ,
- fight ,
- press ,
- campagne ,
- push ,
- agiteren