Translation meaning & definition of the word "fiddle" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "fiddle" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Fiddle
[Fiddle]/fɪdəl/
noun
1. Bowed stringed instrument that is the highest member of the violin family
- This instrument has four strings and a hollow body and an unfretted fingerboard and is played with a bow
- synonym:
- violin ,
- fiddle
1. Gebogen snaarinstrument dat het hoogste lid van de vioolfamilie is
- Dit instrument heeft vier snaren en een hol lichaam en een niet-gerekte toets en wordt gespeeld met een strijkstok
- synoniem:
- viool
verb
1. Avoid (one's assigned duties)
- "The derelict soldier shirked his duties"
- synonym:
- fiddle ,
- shirk ,
- shrink from ,
- goldbrick
1. Vermijd ( iemands toegewezen taken )
- "De vervallen soldaat ontnam zijn plichten"
- synoniem:
- viool ,
- shirk ,
- krimpen ,
- goldbrick
2. Commit fraud and steal from one's employer
- "We found out that she had been fiddling for years"
- synonym:
- fiddle
2. Fraude plegen en stelen van de werkgever
- "We kwamen erachter dat ze al jaren aan het rommelen was"
- synoniem:
- viool
3. Play the violin or fiddle
- synonym:
- fiddle
3. Speel viool of viool
- synoniem:
- viool
4. Play on a violin
- "Zuckerman fiddled that song very nicely"
- synonym:
- fiddle
4. Speel op een viool
- "Zuckerman speelde dat liedje heel mooi"
- synoniem:
- viool
5. Manipulate manually or in one's mind or imagination
- "She played nervously with her wedding ring"
- "Don't fiddle with the screws"
- "He played with the idea of running for the senate"
- synonym:
- toy ,
- fiddle ,
- diddle ,
- play
5. Handmatig of in je geest of verbeelding manipuleren
- "Ze speelde zenuwachtig met haar trouwring"
- "Friem niet met de schroeven"
- "Hij speelde met het idee om voor de senaat te rennen"
- synoniem:
- speelgoed ,
- viool ,
- diddle ,
- spelen
6. Play around with or alter or falsify, usually secretively or dishonestly
- "Someone tampered with the documents on my desk"
- "The reporter fiddle with the facts"
- synonym:
- tamper ,
- fiddle ,
- monkey
6. Spelen met of veranderen of vervalsen, meestal geheim of oneerlijk
- "Iemand heeft met de documenten op mijn bureau geknoeid"
- "De verslaggever speelt met de feiten"
- synoniem:
- knoeien ,
- viool ,
- aap
7. Try to fix or mend
- "Can you tinker with the t.v. set--it's not working right"
- "She always fiddles with her van on the weekend"
- synonym:
- tinker ,
- fiddle
7. Probeer te repareren of te herstellen
- "Kun je sleutelen aan de tv-set - het werkt niet goed"
- "In het weekend speelt ze altijd met haar busje"
- synoniem:
- knutselaar ,
- viool
Examples of using
Tom seems to be as fit as a fiddle.
Tom lijkt zo fit als een viool.
Nero did not actually fiddle while Rome burned.
Nero speelde niet echt terwijl Rome brandde.
You're certainly looking fit as a fiddle today.
Je ziet er vandaag zeker fit uit als een viool.