Translation meaning & definition of the word "fed" into Dutch language

noun

1. Any federal law-enforcement officer

synonym:
• Federal
,
• Fed
,
• federal official

1. Elke federale wetshandhavingsfunctionaris

synoniem:
• Federaal
,
• Fed
,
• federale ambtenaar

2. The central bank of the united states

• Incorporates 12 federal reserve branch banks and all national banks and state-chartered commercial banks and some trust companies

• "The fed seeks to control the united states economy by raising and lowering short-term interest rates and the money supply"

synonym:
• Federal Reserve System
,
• Federal Reserve
,
• Fed
,
• FRS

2. De centrale bank van de verenigde staten

• Omvat 12 federal reserve-filiaalbanken en alle nationale banken en door de staat gecharterde commerciële banken en enkele trustbedrijven

• "De fed tracht de amerikaanse economie te beheersen door de korte rente en de geldhoeveelheid te verhogen en te verlagen"

synoniem:
• Federal Reserve System
,
• Federale Reserve
,
• Fed
,
• FRS

Examples of using

I'm awfully fed up with Tom, Mary, Boston and French.

Ik heb genoeg van Tom, Mary, Boston en French.

I'm fed up with waiting for you.

Ik ben het zat om op je te wachten.

The dog will need to be fed once a day.

De hond moet eenmaal per dag worden gevoerd.

We were well fed at the hotel.

We waren goed gevoed in het hotel.

Have you fed the dog yet?

Heb je de hond al gevoerd?

A fed person doesn't know how hungry the hungry person is.

Een gevoede persoon weet niet hoe hongerig de hongerige persoon is.

Yaakov fed the sheep.

Yaakov voedde de schapen.

The mother fed the newborn colt.

De moeder voedde het pasgeboren veulen.

I fed the dog.

Ik heb de hond gevoerd.

I am fed up with talking to you!

Ik ben het zat om met je te praten!

He is fed up with my problems.

Hij is mijn problemen zat.

Tom was fed up with waiting for Mary.

Tom was het wachten op Mary zat.

He fed his dog at the same time every day.

Hij voedde zijn hond elke dag op hetzelfde tijdstip.

I'm fed up with eating in restaurants.

Ik ben het eten in restaurants beu.

She fed them with hamburgers.

Ze voedde ze met hamburgers.

She fed milk to the cat.

Ze gaf melk aan de kat.

I'm fed up with it!

Ik ben het zat!

I'm fed up!

Ik ben het zat!

I'm fed up with her laziness.

Ik ben haar luiheid beu.

I'm fed up with her grumbling.

Ik ben haar mopperen zat.