Translation meaning & definition of the word "farewell" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "afscheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Farewell
[Vaarwel]/fɛrwɛl/
noun
1. An acknowledgment or expression of goodwill at parting
- synonym:
- farewell ,
- word of farewell
1. Een erkenning of uitdrukking van goede wil bij afscheid
- synoniem:
- vaarwel ,
- afscheidswoord
2. The act of departing politely
- "He disliked long farewells"
- "He took his leave"
- "Parting is such sweet sorrow"
- synonym:
- farewell ,
- leave ,
- leave-taking ,
- parting
2. De daad van beleefd vertrek
- "Hij had een hekel aan lang afscheid"
- "Hij nam afscheid"
- "Afscheid is zo'n zoet verdriet"
- synoniem:
- vaarwel ,
- verlof ,
- afscheid
Examples of using
We organized a farewell party for her.
We organiseerden een afscheidsfeest voor haar.
She bade farewell to me.
Ze nam afscheid van me.
Klava is bidding farewell to her husband.
Klava neemt afscheid van haar man.