Translation meaning & definition of the word "fare" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "tarief" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Fare
[Tarief]/fɛr/
noun
1. An agenda of things to do
- "They worked rapidly down the menu of reports"
- synonym:
- menu ,
- fare
1. Een agenda van dingen om te doen
- "Ze werkten snel door het menu met rapporten"
- synoniem:
- menu ,
- tarief
2. The sum charged for riding in a public conveyance
- synonym:
- fare ,
- transportation
2. Het bedrag dat in rekening wordt gebracht voor rijden in een openbaar vervoer
- synoniem:
- tarief ,
- transport
3. A paying (taxi) passenger
- synonym:
- fare
3. Een betalende ( taxi ) passagier
- synoniem:
- tarief
4. The food and drink that are regularly served or consumed
- synonym:
- fare
4. Het eten en drinken dat regelmatig wordt geserveerd of geconsumeerd
- synoniem:
- tarief
verb
1. Proceed or get along
- "How is she doing in her new job?"
- "How are you making out in graduate school?"
- "He's come a long way"
- synonym:
- do ,
- fare ,
- make out ,
- come ,
- get along
1. Ga verder of ga met elkaar om
- "Hoe gaat het met haar nieuwe baan?"
- "Hoe ga je vrijen op de graduate school?"
- "Hij heeft een lange weg afgelegd"
- synoniem:
- doen ,
- tarief ,
- maken ,
- kom ,
- opschieten
2. Eat well
- synonym:
- fare
2. Eet goed
- synoniem:
- tarief
Examples of using
Pass the fare.
Geef het tarief door.
Fare thee well! and if for ever, still for ever, fare thee well.
Vaarwel! en als voor altijd, nog steeds voor altijd, het u goed gaat.
He paid double the usual fare.
Hij betaalde het dubbele van het gebruikelijke tarief.