Translation meaning & definition of the word "facet" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "facet" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Facet
[Facet]/fæsət/
noun
1. A distinct feature or element in a problem
- "He studied every facet of the question"
- synonym:
- aspect ,
- facet
1. Een duidelijk kenmerk of element in een probleem
- "Hij bestudeerde elk facet van de vraag"
- synoniem:
- aspect ,
- facet
2. A smooth surface (as of a bone or cut gemstone)
- synonym:
- facet
2. Een glad oppervlak ( als bot of gesneden edelsteen )
- synoniem:
- facet
Examples of using
A facet of genius is the ability to provoke scandals.
Een facet van genie is het vermogen om schandalen uit te lokken.