Translation meaning & definition of the word "expedition" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "expeditie" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Expedition
[Expeditie]/ɛkspədɪʃən/
noun
1. A military campaign designed to achieve a specific objective in a foreign country
- synonym:
- expedition ,
- military expedition ,
- hostile expedition
1. Een militaire campagne om een specifieke doelstelling in het buitenland te bereiken
- synoniem:
- expeditie ,
- militaire expeditie ,
- vijandige expeditie
2. An organized group of people undertaking a journey for a particular purpose
- "An expedition was sent to explore mars"
- synonym:
- expedition
2. Een georganiseerde groep mensen die voor een bepaald doel een reis maken
- "Er werd een expeditie gestuurd om mars te verkennen"
- synoniem:
- expeditie
3. A journey organized for a particular purpose
- synonym:
- expedition
3. Een reis georganiseerd voor een bepaald doel
- synoniem:
- expeditie
4. A journey taken for pleasure
- "Many summer excursions to the shore"
- "It was merely a pleasure trip"
- "After cautious sashays into the field"
- synonym:
- excursion ,
- jaunt ,
- outing ,
- junket ,
- pleasure trip ,
- expedition ,
- sashay
4. Een reis gemaakt voor plezier
- "Vele zomerexcursies naar de kust"
- "Het was maar een plezierreis"
- "Na voorzichtige sashays in het veld"
- synoniem:
- excursie ,
- uitstapje ,
- uitje ,
- junket ,
- plezierreis ,
- expeditie ,
- sashay
5. The property of being prompt and efficient
- "It was done with dispatch"
- synonym:
- dispatch ,
- despatch ,
- expedition ,
- expeditiousness
5. Het eigendom van snel en efficiënt zijn
- "Het is gedaan met verzending"
- synoniem:
- verzending ,
- verzenden ,
- expeditie ,
- snelheid
Examples of using
A British expedition conquered Everest in 100.
Een Britse expeditie veroverde de Everest in 100.
He never returned from that expedition.
Hij kwam nooit meer terug van die expeditie.
He took part in the expedition.
Hij nam deel aan de expeditie.