Translation meaning & definition of the word "exemption" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "vrijstelling" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Exemption
[Vrijstelling]/ɪgzɛmpʃən/
noun
1. Immunity from an obligation or duty
- synonym:
- exemption ,
- freedom
1. Immuniteit van een verplichting of plicht
- synoniem:
- vrijstelling ,
- vrijheid
2. A deduction allowed to a taxpayer because of his status (having certain dependents or being blind or being over 65 etc.)
- "Additional exemptions are allowed for each dependent"
- synonym:
- exemption
2. Een aftrek toegestaan aan een belastingplichtige vanwege zijn status ( met bepaalde afhankelijke personen of blind of ouder dan 65 enz. )
- "Extra vrijstellingen zijn toegestaan voor elke afhankelijke"
- synoniem:
- vrijstelling
3. An act exempting someone
- "He was granted immunity from prosecution"
- synonym:
- exemption ,
- immunity ,
- granting immunity
3. Een handeling die iemand vrijstelt
- "Hij kreeg immuniteit tegen vervolging"
- synoniem:
- vrijstelling ,
- immuniteit ,
- immuniteit verlenen