Translation meaning & definition of the word "eve" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "eve" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Eve
[Eva]/iv/
noun
1. (old testament) adam's wife in judeo-christian mythology: the first woman and mother of the human race
- God created eve from adam's rib and placed adam and eve in the garden of eden
- synonym:
- Eve
1. ( oud testament ) adams vrouw in de joods-christelijke mythologie: de eerste vrouw en moeder van de mensheid
- God schiep eva uit adams rib en plaatste adam en eva in de hof van eden
- synoniem:
- Eva
2. The day before
- "He always arrives on the eve of her departure"
- synonym:
- eve
2. De dag ervoor
- "Hij arriveert altijd aan de vooravond van haar vertrek"
- synoniem:
- vooravond
3. The period immediately before something
- "On the eve of the french revolution"
- synonym:
- eve
3. De periode direct voor iets
- "Aan de vooravond van de franse revolutie"
- synoniem:
- vooravond
4. The latter part of the day (the period of decreasing daylight from late afternoon until nightfall)
- "He enjoyed the evening light across the lake"
- synonym:
- evening ,
- eve ,
- even ,
- eventide
4. Het laatste deel van de dag ( de periode van afnemend daglicht van de late namiddag tot het vallen van de avond )
- "Hij genoot van het avondlicht aan het meer"
- synoniem:
- avond ,
- vooravond ,
- zelfs ,
- eventide