Translation meaning & definition of the word "evangelist" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "evangelist" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Evangelist
[Evangelist]/ɪvænʤəlɪst/
noun
1. A preacher of the christian gospel
- synonym:
- evangelist ,
- revivalist ,
- gospeler ,
- gospeller
1. Een prediker van het christelijke evangelie
- synoniem:
- evangelist ,
- revivalist
2. (when capitalized) any of the spiritual leaders who are assumed to be authors of the gospels in the new testament: matthew, mark, luke, and john
- synonym:
- Evangelist
2. ( wanneer met een hoofdletter ) een van de spirituele leiders waarvan wordt aangenomen dat ze auteurs zijn van de evangeliën in het nieuwe testament: matteüs, marcus, lucas en johannes
- synoniem:
- Evangelist