Translation meaning & definition of the word "equivalent" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "equivalent" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Equivalent
[Equivalent]/ɪkwɪvələnt/
noun
1. A person or thing equal to another in value or measure or force or effect or significance etc
- "Send two dollars or the equivalent in stamps"
- synonym:
- equivalent
1. Een persoon of ding gelijk aan een ander in waarde of maat of kracht of effect of betekenis enz
- "Stuur twee dollar of het equivalent in postzegels"
- synoniem:
- equivalent
2. The atomic weight of an element that has the same combining capacity as a given weight of another element
- The standard is 8 for oxygen
- synonym:
- equivalent ,
- equivalent weight ,
- combining weight ,
- eq
2. Het atoomgewicht van een element dat hetzelfde combinatievermogen heeft als een bepaald gewicht van een ander element
- De standaard is 8 voor zuurstof
- synoniem:
- equivalent ,
- equivalent gewicht ,
- gewicht combineren ,
- eq
adjective
1. Being essentially equal to something
- "It was as good as gold"
- "A wish that was equivalent to a command"
- "His statement was tantamount to an admission of guilt"
- synonym:
- equivalent ,
- tantamount(p)
1. In wezen gelijk zijn aan iets
- "Het was zo goed als goud"
- "Een wens die gelijk was aan een commando"
- "Zijn verklaring kwam neer op een schuldbekentenis"
- synoniem:
- equivalent ,
- tantamount ( p )
Examples of using
Two eggs provide 100 calories, the equivalent of some 100 grams of milk and 100 grams of meat.
Twee eieren bevatten 100 calorieën, het equivalent van ongeveer 100 gram melk en 100 gram vlees.
"A is equivalent to B" has the same meaning as "A is true if and only if B is true".
"A is equivalent aan B" heeft dezelfde betekenis als "A is waar als en alleen als B waar is".
The ages of the two children put together was equivalent to that of their father.
De leeftijd van de twee kinderen bij elkaar was gelijk aan die van hun vader.