Translation meaning & definition of the word "equity" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gelijkheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Equity
[Eigen vermogen]/ɛkwəti/
noun
1. The difference between the market value of a property and the claims held against it
- synonym:
- equity
1. Het verschil tussen de marktwaarde van een onroerend goed en de vorderingen die erop worden aangehouden
- synoniem:
- eigen vermogen
2. The ownership interest of shareholders in a corporation
- synonym:
- equity
2. Het eigendomsbelang van aandeelhouders in een bedrijf
- synoniem:
- eigen vermogen
3. Conformity with rules or standards
- "The judge recognized the fairness of my claim"
- synonym:
- fairness ,
- equity
3. Overeenstemming met regels of normen
- "De rechter erkende de eerlijkheid van mijn claim"
- synoniem:
- eerlijkheid ,
- eigen vermogen
Examples of using
There is but one law for all, namely, that law which governs all law, the law of our Creator, the law of humanity, justice, equity — the law of nature, and of nations.
Er is maar één wet voor iedereen, namelijk die wet die alle wetten regelt, de wet van onze Schepper, de wet van de mensheid, rechtvaardigheid, rechtvaardigheid — de wet van de natuur, en van naties.