Translation meaning & definition of the word "epoch" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "epoch" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Epoch
[Epoch]/ɛpək/
noun
1. A period marked by distinctive character or reckoned from a fixed point or event
- synonym:
- era ,
- epoch
1. Een periode gekenmerkt door onderscheidend vermogen of gerekend vanaf een vast punt of gebeurtenis
- synoniem:
- tijdperk
2. (astronomy) an arbitrarily fixed date that is the point in time relative to which information (as coordinates of a celestial body) is recorded
- synonym:
- epoch ,
- date of reference
2. ( astronomie ) een willekeurig vaste datum die het tijdstip is met betrekking tot welke informatie ( als coördinaten van een hemellichaam ) wordt geregistreerd
- synoniem:
- tijdperk ,
- referentiedatum
3. A unit of geological time that is a subdivision of a period and is itself divided into ages
- synonym:
- epoch
3. Een eenheid van geologische tijd die een onderverdeling is van een periode en zelf is onderverdeeld in leeftijden
- synoniem:
- tijdperk