Translation meaning & definition of the word "enunciate" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "kondigen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Enunciate
[Verklaren]/ɪnənsiet/
verb
1. Speak, pronounce, or utter in a certain way
- "She pronounces french words in a funny way"
- "I cannot say `zip wire'"
- "Can the child sound out this complicated word?"
- synonym:
- pronounce ,
- articulate ,
- enounce ,
- sound out ,
- enunciate ,
- say
1. Op een bepaalde manier spreken, uitspreken of uitspreken
- "Ze spreekt op een grappige manier franse woorden uit"
- "Ik kan geen' rits 'zeggen'"
- "Kan het kind dit ingewikkelde woord laten klinken?"
- synoniem:
- uitspreken ,
- gearticuleerd ,
- aanklagen ,
- klinken ,
- verkondigen ,
- zeg
2. Express or state clearly
- synonym:
- articulate ,
- enunciate ,
- vocalize ,
- vocalise
2. Duidelijk uitdrukken of vermelden
- synoniem:
- gearticuleerd ,
- verkondigen ,
- vocaliseren