Translation meaning & definition of the word "entrust" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "vertrouwen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Entrust
[Vertrouwen]/ɛntrəst/
verb
1. Confer a trust upon
- "The messenger was entrusted with the general's secret"
- "I commit my soul to god"
- synonym:
- entrust ,
- intrust ,
- trust ,
- confide ,
- commit
1. Een vertrouwen verlenen
- "De boodschapper kreeg het geheim van de generaal toevertrouwd"
- "Ik leg mijn ziel aan god"
- synoniem:
- toevertrouwen ,
- opdringen ,
- vertrouwen ,
- vastleggen
2. Put into the care or protection of someone
- "He left the decision to his deputy"
- "Leave your child the nurse's care"
- synonym:
- entrust ,
- leave
2. Onder de hoede of bescherming van iemand worden gebracht
- "Hij heeft de beslissing aan zijn plaatsvervanger overgelaten"
- "Laat uw kind de zorg van de verpleegster"
- synoniem:
- toevertrouwen ,
- verlof
Examples of using
Ho ho, you have always been the brightest amongst my grandchildren! But hearken now: I have come from the nether realm to entrust thee with a task of utmost importance!
Ho ho, je bent altijd de slimste onder mijn kleinkinderen geweest! Maar luister nu: ik ben uit het onderwereld gekomen om u een taak van het allergrootste belang toe te vertrouwen!