Translation meaning & definition of the word "entity" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "entiteit" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Entity
[Entiteit]/ɛntəti/
noun
1. That which is perceived or known or inferred to have its own distinct existence (living or nonliving)
- synonym:
- entity
1. Dat waarvan wordt aangenomen of bekend of afgeleid dat het zijn eigen verschillende bestaan heeft ( levend of niet-levend )
- synoniem:
- entiteit
Examples of using
If you see language as a living being, formed by the entity of all speakers, dividing strictly into "right" and "wrong" makes little sense.
Als je taal als een levend wezen ziet, gevormd door de entiteit van alle sprekers, heeft het weinig zin om strikt in "juist" en "fout" te verdelen.