Translation meaning & definition of the word "enforced" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gedwongen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Enforced
[Gedwongen]/ɛnfɔrst/
adjective
1. Forced or compelled or put in force
- "A life of enforced inactivity"
- "Enforced obedience"
- synonym:
- enforced ,
- implemented
1. Gedwongen of gedwongen of van kracht
- "Een leven van gedwongen inactiviteit"
- "Gedwongen gehoorzaamheid"
- synoniem:
- gehandhaafd ,
- geïmplementeerd
Examples of using
They enforced obedience upon us.
Ze hebben ons gehoorzaamheid opgelegd.
The law was enforced immediately.
De wet werd onmiddellijk gehandhaafd.