Translation meaning & definition of the word "either" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "ofwel" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Either
[Ofwel]/iðər/
adverb
1. After a negative statement used as an intensive meaning something like `likewise' or `also'
- "He isn't stupid, but he isn't exactly a genius either"
- "I don't know either"
- "If you don't order dessert i won't either"
- synonym:
- either
1. Na een negatieve verklaring gebruikt als een intensieve betekenis zoiets als `likewise 'of' ook'
- "Hij is niet dom, maar hij is ook niet bepaald een genie"
- "Ik weet het ook niet"
- "Als je geen dessert bestelt, doe ik dat ook niet"
- synoniem:
- een van beide
Examples of using
Every truth has two sides; it is as well to look at both, before we commit ourselves to either.
Elke waarheid heeft twee kanten; het is ook goed om naar beide te kijken, voordat we ons aan een van beide committeren.
Getting old is not good, but dying young isn't too good either.
Oud worden is niet goed, maar jong sterven is ook niet zo goed.
I have no objection, but I'm not in favor of it, either.
Ik heb geen bezwaar, maar ik ben er ook geen voorstander van.