Translation of "eat" into Dutch

Eat

IPA : /it/

synonyms:

• exhaust,
• corrode,
• consume,
• rust,
• feed

I eat sunflower seeds all day.

Ik eet de hele dag zonnebloempitten.

I can't eat any fruits in the mornings.

Ik kan 's ochtends geen fruit eten.

Do you feel like having a bite to eat?

Heb je zin in een hapje eten?

I won't be able to eat all that by myself.

Ik zal dat allemaal niet alleen kunnen eten.

"Where do you want to eat?" "I don't know. You choose."

"Waar wil je eten?" "Ik weet het niet. Jij kiest."

I'd like to eat something sweet.

Ik wil graag iets zoets eten.

Some mushrooms are safe to eat, others are not.

Sommige paddenstoelen zijn veilig om te eten, andere niet.

You can eat any mushroom once.

Je kunt elke paddenstoel één keer eten.

"Can I eat this mushroom?" "You can eat anything one time."

"Mag ik deze paddenstoel eten?" "Je kunt één keer alles eten."

Is it OK to eat this mushroom?" "It's OK to eat anything once."

Is het oké om deze paddenstoel te eten?" "Het is oké om één keer iets te eten."

"Can one eat this mushroom?" "One can eat anything — at least once."

"Kan men deze paddenstoel eten?" "Je kunt alles minstens één keer eten."

Don't throw the soup away, the grandfather will eat it up!

Gooi de soep niet weg, de grootvader eet hem op!

You have to drink and eat in order to stay alive.

Je moet drinken en eten om in leven te blijven.

Why don't we take a break and go get something to eat?

Waarom nemen we geen pauze en gaan we wat eten?

I eat here.

Ik eet hier.

As a child, I couldn't eat fish.

Als kind kon ik geen vis eten.

Let me eat breakfast first and I will post a video.

Laat me eerst ontbijten en ik zal een video plaatsen.

It's past noon. Let's eat.

Het is over de middag. Let's eat.

How much do you eat?

Hoeveel eet je?