Examples of using
Tom drew two squares on the blackboard.
Tom tekende twee vierkanten op het bord.
They drew lots to see who would go first.
Ze trokken veel om te zien wie als eerste zou gaan.
Is this a picture that you yourself drew?
Is dit een foto die je zelf hebt gemaakt?
Christmas drew near.
Kerstmis naderde.
Her beauty drew his attention.
Haar schoonheid trok zijn aandacht.
He drew some vertical lines on the paper.
Hij tekende een aantal verticale lijnen op het papier.
He drew two squares on the blackboard.
Hij tekende twee vierkanten op het bord.
He drew $100 from his account.
Hij haalde $ 100 uit zijn account.
He drew a straight line with his pencil.
Met zijn potlood trok hij een rechte lijn.
I drew a circle with compasses.
Ik tekende een cirkel met kompassen.
Our math teacher drew a circle on the blackboard.
Onze wiskundeleraar tekende een cirkel op het bord.
That incident drew his interest.
Dat incident trok zijn interesse.
The boy drew a picture on the wall.
De jongen tekende een foto aan de muur.
A taxi drew up at the main gate.
Bij de hoofdingang kwam een taxi aan.
Madonna's concert drew a large audience.
Madonna's concert trok een groot publiek.
A man drew near.
Een man kwam dichterbij.
A car drew up in front of my house.
Voor mijn huis stond een auto.
The project was successful in the sense that it drew the attention of everyone.
Het project was succesvol in die zin dat het de aandacht van iedereen trok.
Christmas drew near.
Kerstmis naderde.