Translation meaning & definition of the word "drain" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "drain" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Drain
[Afvoeren]/dren/
noun
1. Emptying something accomplished by allowing liquid to run out of it
- synonym:
- drain ,
- drainage
1. Iets legen dat is bereikt door vloeistof eruit te laten lopen
- synoniem:
- afvoeren ,
- drainage
2. Tube inserted into a body cavity (as during surgery) to remove unwanted material
- synonym:
- drain
2. Buis ingebracht in een lichaamsholte ( zoals tijdens de operatie ) om ongewenst materiaal te verwijderen
- synoniem:
- afvoeren
3. A pipe through which liquid is carried away
- synonym:
- drain ,
- drainpipe ,
- waste pipe
3. Een buis waardoor vloeistof wordt afgevoerd
- synoniem:
- afvoeren ,
- afvoerpijp ,
- afvalleiding
4. A gradual depletion of energy or resources
- "A drain on resources"
- "A drain of young talent by emigration"
- synonym:
- drain
4. Een geleidelijke uitputting van energie of hulpbronnen
- "Een aanslag op middelen"
- "Een afvoer van jong talent door emigratie"
- synoniem:
- afvoeren
verb
1. Flow off gradually
- "The rain water drains into this big vat"
- synonym:
- drain ,
- run out
1. Stroom geleidelijk af
- "Het regenwater stroomt in dit grote vat"
- synoniem:
- afvoeren ,
- opraken
2. Deplete of resources
- "The exercise class drains me of energy"
- synonym:
- drain
2. Uitputting van middelen
- "De oefenles put me uit energie"
- synoniem:
- afvoeren
3. Empty of liquid
- Drain the liquid from
- "We drained the oil tank"
- synonym:
- drain
3. Leeg van vloeistof
- Laat de vloeistof ontsnappen
- "We hebben de olietank leeggemaakt"
- synoniem:
- afvoeren
4. Make weak
- "Life in the camp drained him"
- synonym:
- enfeeble ,
- debilitate ,
- drain
4. Zwak maken
- "Het leven in het kamp heeft hem leeggemaakt"
- synoniem:
- enfeeble ,
- verzwakken ,
- afvoeren
Examples of using
All the efforts went down the drain.
Alle inspanningen gingen door de afvoer.
The water will soon drain away.
Het water zal snel wegvloeien.