Translation meaning & definition of the word "docile" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "docile" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Docile
[Docile]/dɑsəl/
adjective
1. Willing to be taught or led or supervised or directed
- "The docile masses of an enslaved nation"
- synonym:
- docile
1. Bereid om onderwezen of geleid of begeleid of geleid te worden
- "De volgzame massa's van een tot slaaf gemaakte natie"
- synoniem:
- volgzaam
2. Ready and willing to be taught
- "Docile pupils eager for instruction"
- "Teachable youngsters"
- synonym:
- docile ,
- teachable
2. Klaar en bereid om les te krijgen
- "Docile leerlingen die graag les willen"
- "Leermate jongeren"
- synoniem:
- volgzaam ,
- leerzaam
3. Easily handled or managed
- "A gentle old horse, docile and obedient"
- synonym:
- docile ,
- gentle
3. Gemakkelijk te behandelen of te beheren
- "Een zacht oud paard, volgzaam en gehoorzaam"
- synoniem:
- volgzaam ,
- zacht