Translation meaning & definition of the word "divest" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "afscheiden" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Divest
[Afstoten]/daɪvɛst/
verb
1. Take away possessions from someone
- "The nazis stripped the jews of all their assets"
- synonym:
- deprive ,
- strip ,
- divest
1. Bezittingen van iemand wegnemen
- "De nazi's hebben de joden van al hun bezittingen beroofd"
- synoniem:
- beroven ,
- strip ,
- afstoten
2. Deprive of status or authority
- "He was divested of his rights and his title"
- "They disinvested themselves of their rights"
- synonym:
- divest ,
- disinvest
2. Ontnemen van status of autoriteit
- "Hij werd afgestoten van zijn rechten en zijn titel"
- "Ze hebben zichzelf van hun rechten ontdaan"
- synoniem:
- afstoten ,
- desinvesteren
3. Reduce or dispose of
- Cease to hold (an investment)
- "The company decided to divest"
- "The board of trustees divested $20 million in real estate property"
- "There was pressure on the university to disinvest in south africa"
- synonym:
- divest ,
- disinvest
3. Verminderen of verwijderen
- Ophouden ( een investering ) te houden
- "Het bedrijf besloot af te stoten"
- "De raad van bestuur heeft $ 20 miljoen aan onroerend goed afgestoten"
- "Er was druk op de universiteit om te desinvesteren in zuid-afrika"
- synoniem:
- afstoten ,
- desinvesteren
4. Remove (someone's or one's own) clothes
- "The nurse quickly undressed the accident victim"
- "She divested herself of her outdoor clothes"
- "He disinvested himself of his garments"
- synonym:
- strip ,
- undress ,
- divest ,
- disinvest
4. Verwijder ( iemands of zijn eigen ) kleding
- "De verpleegster heeft het slachtoffer snel uitgekleed"
- "Ze heeft haar buitenkleding afgestoten"
- "Hij heeft zichzelf van zijn kledingstukken gedesinvesteerd"
- synoniem:
- strip ,
- uitkleden ,
- afstoten ,
- desinvesteren