Translation meaning & definition of the word "distract" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "afleiden" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Distract
[Afleiden]/dɪstrækt/
verb
1. Draw someone's attention away from something
- "The thief distracted the bystanders"
- "He deflected his competitors"
- synonym:
- distract ,
- deflect
1. Trek iemands aandacht ergens vandaan
- "De dief leidde de omstanders af"
- "Hij heeft zijn concurrenten afgebogen"
- synoniem:
- afleiden ,
- afbuigen
2. Disturb in mind or make uneasy or cause to be worried or alarmed
- "She was rather perturbed by the news that her father was seriously ill"
- synonym:
- perturb ,
- unhinge ,
- disquiet ,
- trouble ,
- cark ,
- distract ,
- disorder
2. Storen in gedachten of ongemakkelijk maken of zorgen maken of gealarmeerd raken
- "Ze was nogal verontrust door het nieuws dat haar vader ernstig ziek was"
- synoniem:
- verstoort ,
- losgeslagen ,
- onrust ,
- problemen ,
- leeuwerik ,
- afleiden ,
- stoornis
Examples of using
I'll try to distract them.
Ik zal proberen ze af te leiden.
I tried to distract him, but it was in vain.
Ik probeerde hem af te leiden, maar het was tevergeefs.
Don't distract me from studying.
Leid me niet af van studeren.