Translation meaning & definition of the word "dispose" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "weggooien" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Dispose
[Verwijderen]/dɪspoʊz/
verb
1. Give, sell, or transfer to another
- "She disposed of her parents' possessions"
- synonym:
- dispose
1. Geven, verkopen of overdragen aan een ander
- "Ze heeft de bezittingen van haar ouders weggedaan"
- synoniem:
- weggooien
2. Throw or cast away
- "Put away your worries"
- synonym:
- discard ,
- fling ,
- toss ,
- toss out ,
- toss away ,
- chuck out ,
- cast aside ,
- dispose ,
- throw out ,
- cast out ,
- throw away ,
- cast away ,
- put away
2. Weggooien of weggooien
- "Zet je zorgen weg"
- synoniem:
- weggooien ,
- flirt ,
- gooien ,
- terzijde ,
- verstoten ,
- opbergen
3. Make receptive or willing towards an action or attitude or belief
- "Their language inclines us to believe them"
- synonym:
- dispose ,
- incline
3. Ontvankelijk of bereid zijn voor een actie of houding of overtuiging
- "Hun taal neigt ons om ze te geloven"
- synoniem:
- weggooien ,
- helling
4. Place or put in a particular order
- "The dots are unevenly disposed"
- synonym:
- dispose
4. Plaats of plaats in een bepaalde volgorde
- "De stippen zijn ongelijk verdeeld"
- synoniem:
- weggooien
5. Make fit or prepared
- "Your education qualifies you for this job"
- synonym:
- qualify ,
- dispose
5. Fit of voorbereid maken
- "Je opleiding kwalificeert je voor deze baan"
- synoniem:
- kwalificeren ,
- weggooien
Examples of using
He wants to dispose of his land.
Hij wil over zijn land beschikken.