Translation meaning & definition of the word "discuss" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "discusseren" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Discuss
[Bespreken]/dɪskəs/
verb
1. To consider or examine in speech or writing
- "The author talks about the different aspects of this question"
- "The class discussed dante's `inferno'"
- synonym:
- discourse ,
- talk about ,
- discuss
1. In spraak of schrijven te overwegen of te onderzoeken
- "De auteur vertelt over de verschillende aspecten van deze vraag"
- "De klas besprak dante's' inferno'"
- synoniem:
- discours ,
- praten over ,
- bespreken
2. Speak with others about (something)
- Talk (something) over in detail
- Have a discussion
- "We discussed our household budget"
- synonym:
- hash out ,
- discuss ,
- talk over
2. Spreek met anderen over ( iets )
- Praat ( iets ) in detail
- Een discussie voeren
- "We bespraken ons huishoudbudget"
- synoniem:
- hash out ,
- bespreken ,
- praten
Examples of using
We can discuss this later.
We kunnen dit later bespreken.
We won't discuss our plans with you.
We zullen onze plannen niet met u bespreken.
I don't want to discuss Tom's problems.
Ik wil Tom's problemen niet bespreken.