Examples of using
I disagree with your argument on every point.
Ik ben het op elk punt oneens met uw argument.
We agreed to disagree.
We spraken af het oneens te zijn.
I don't disagree with your decision.
Ik ben het niet oneens met je beslissing.
I totally disagree.
Ik ben het er helemaal mee oneens.
I disagree completely.
Ik ben het er helemaal mee oneens.
I completely disagree with you.
Ik ben het helemaal met je oneens.
Some people think that it is difficult for a native speaker of English to learn Chinese, but I disagree.
Sommige mensen denken dat het voor een moedertaalspreker van het Engels moeilijk is om Chinees te leren, maar ik ben het daar niet mee eens.
Let's agree to disagree.
Laten we ermee instemmen het oneens te zijn.
I agree on an emotional level, but on the pragmatic level I disagree.
Ik ben het op emotioneel niveau eens, maar op pragmatisch niveau ben ik het daar niet mee eens.
They consider it impolite to disagree with someone they don't know very well.
Ze vinden het onbeleefd om het oneens te zijn met iemand die ze niet zo goed kennen.
If you disagree with him, he is liable to get angry.
Als je het niet met hem eens bent, kan hij boos worden.
I disagree with you.
Ik ben het niet met je eens.
This is the reason I disagree with you.
Dit is de reden dat ik het niet met je eens ben.
This is where I absolutely disagree with you.
Hier ben ik het absoluut niet mee eens.
This is where we absolutely disagree with you.
Hier zijn we het absoluut niet mee eens.
I can't disagree with you on that.
Daar kan ik het niet mee oneens zijn.
Anyway, I disagree with your opinion.
Hoe dan ook, ik ben het niet eens met je mening.
It pains me to disagree with your opinion.
Het doet me pijn om het niet eens te zijn met je mening.
I beg to differ, as I disagree with your analysis of the situation.
Ik smeek om te verschillen, omdat ik het niet eens ben met uw analyse van de situatie.
I totally disagree.
Ik ben het er helemaal mee oneens.
