Translation meaning & definition of the word "dipper" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "dipper" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Dipper
[Dipper]/dɪpər/
noun
1. A ladle that has a cup with a long handle
- synonym:
- dipper
1. Een pollepel met een beker met een lang handvat
- synoniem:
- dipper
2. A cluster of seven stars in ursa minor
- At the end of the dipper's handle is polaris
- synonym:
- Little Dipper ,
- Dipper
2. Een cluster van zeven sterren in ursa minor
- Aan het einde van het handvat van de dipper zit polaris
- synoniem:
- Kleine beer ,
- Dipper
3. A group of seven bright stars in the constellation ursa major
- synonym:
- Big Dipper ,
- Dipper ,
- Plough ,
- Charles's Wain ,
- Wain ,
- Wagon
3. Een groep van zeven heldere sterren in het sterrenbeeld ursa major
- synoniem:
- Grote beer ,
- Dipper ,
- Ploeg ,
- Charles's Wain ,
- Wain ,
- Wagon
4. Small north american diving duck
- Males have bushy head plumage
- synonym:
- bufflehead ,
- butterball ,
- dipper ,
- Bucephela albeola
4. Kleine noord-amerikaanse duikeend
- Mannetjes hebben bossig hoofdpruim
- synoniem:
- bufflehead ,
- boterbal ,
- dipper ,
- Bucephela albeola
5. Small stocky diving bird without webbed feet
- Frequents fast-flowing streams and feeds along the bottom
- synonym:
- water ouzel ,
- dipper
5. Kleine gedrongen duikvogel zonder zwemvliezen
- Bezoekt snelstromende stromen en voedt zich langs de bodem
- synoniem:
- water ouzel ,
- dipper