Translation of "die" into Dutch

Die

IPA : /daɪ/

synonyms:

• go,
• dice,
• fail,
• conk,
• croak,
• choke,
• exit,
• perish,
• expire

Knowing how I would die would only make me anxious about the kind of situations I'd know I'll eventually die in.

Weten hoe ik zou sterven zou me alleen maar ongerust maken over het soort situaties waarvan ik zou weten dat ik er uiteindelijk in zal sterven.

"Gee, it sure is boring around here!" "Yeah, you're so boring I could die."

"Goh, het is hier zeker saai!" "Ja, je bent zo saai dat ik dood kan gaan."

I would die for you.

Ik zou voor je sterven.

Can they die?

Kunnen ze sterven?

Who said we were going to die?

Wie zei dat we zouden sterven?

The users of Tatoeba don't want Tom to die.

De gebruikers van Tatoeba willen niet dat Tom sterft.

Whoever doesn't smoke or drink will die healthy.

Wie niet rookt of drinkt, zal gezond sterven.

Why do we die?

Waarom gaan we dood?

Don't die!

Niet sterven!

Smokers die young.

Rokers sterven jong.

I caused you to die.

Ik heb je laten sterven.

I'd rather die than do that.

Ik sterf liever dan dat ik dat doe.

Now I can die happy.

Nu kan ik gelukkig sterven.

I hope you die.

Ik hoop dat je sterft.

Don't let me die!

Laat me niet sterven!

You will all die.

Jullie zullen allemaal sterven.

I hope Tom doesn't die.

Ik hoop dat Tom niet sterft.

I thought I was going to die last night.

Ik dacht dat ik gisteravond zou sterven.

Don't let the fire die down.

Laat het vuur niet afsterven.

We're all going to die!

We gaan allemaal dood!