Translation meaning & definition of the word "dictator" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "dictator" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Dictator
[Dictator]/dɪktetər/
noun
1. A speaker who dictates to a secretary or a recording machine
- synonym:
- dictator
1. Een spreker die dicteert aan een secretaresse of een opnamemachine
- synoniem:
- dictator
2. A ruler who is unconstrained by law
- synonym:
- dictator ,
- potentate
2. Een heerser die wettelijk niet beperkt is
- synoniem:
- dictator ,
- krachtig
3. A person who behaves in a tyrannical manner
- "My boss is a dictator who makes everyone work overtime"
- synonym:
- authoritarian ,
- dictator
3. Een persoon die zich op een tirannieke manier gedraagt
- "Mijn baas is een dictator die iedereen overuren laat maken"
- synoniem:
- autoritair ,
- dictator
Examples of using
The dictator tried in vain to get out of the awkward situation.
De dictator probeerde tevergeefs uit de lastige situatie te komen.
Do you think I'm a dictator?
Denk je dat ik een dictator ben?
Do you think that I'm a dictator?
Denk je dat ik een dictator ben?