Translation meaning & definition of the word "descend" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "afdalen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Descend
[Dalen]/dɪsɛnd/
verb
1. Move downward and lower, but not necessarily all the way
- "The temperature is going down"
- "The barometer is falling"
- "The curtain fell on the diva"
- "Her hand went up and then fell again"
- synonym:
- descend ,
- fall ,
- go down ,
- come down
1. Naar beneden en lager bewegen, maar niet noodzakelijk helemaal
- "De temperatuur daalt"
- "De barometer valt"
- "Het gordijn viel op de diva"
- "Haar hand ging omhoog en viel toen weer"
- synoniem:
- afdalen ,
- vallen ,
- ga naar beneden ,
- kom naar beneden
2. Come from
- Be connected by a relationship of blood, for example
- "She was descended from an old italian noble family"
- "He comes from humble origins"
- synonym:
- derive ,
- come ,
- descend
2. Komen van
- Verbonden zijn door bijvoorbeeld een bloedrelatie
- "Ze stamde af van een oude italiaanse adellijke familie"
- "Hij komt van bescheiden afkomst"
- synoniem:
- afleiden ,
- kom ,
- afdalen
3. Do something that one considers to be below one's dignity
- synonym:
- condescend ,
- deign ,
- descend
3. Doe iets waarvan men denkt dat het onder zijn waardigheid ligt
- synoniem:
- neerbuigend ,
- verwaardigen ,
- afdalen
4. Come as if by falling
- "Night fell"
- "Silence fell"
- synonym:
- fall ,
- descend ,
- settle
4. Kom alsof door te vallen
- "Nacht viel"
- "Stilte viel"
- synoniem:
- vallen ,
- afdalen ,
- regelen