Translation of "dancing" into Dutch

Dansen

IPA : /dænsɪŋ/

synonyms:

• dance

Let's get dancing.

Laten we gaan dansen.

This is hardly the place for dancing.

Dit is nauwelijks de plek om te dansen.

Tom and Mary are dancing in the grand ballroom.

Tom en Mary dansen in de grote balzaal.

How many dancing angels can fit on the tip of a knife blade?

Hoeveel dansende engelen passen er op de punt van een mesblad?

Tom and Mary were dancing to the music.

Tom en Mary dansten op de muziek.

Tom and Mary were dancing together.

Tom en Mary dansten samen.

Keep dancing.

Blijf dansen.

I like dancing too.

Ik hou ook van dansen.

He likes singing and dancing.

Hij houdt van zingen en dansen.

His talent for dancing impressed everyone.

Zijn danstalent maakte indruk op iedereen.

When it comes to dancing I have two left feet.

Als het op dansen aankomt heb ik twee linkervoeten.

When the cat is not there, the mice are dancing.

Als de kat er niet is, dansen de muizen.

She felt like dancing.

Ze had zin om te dansen.

She takes singing and dancing lessons, not to mention swimming and tennis lessons.

Ze volgt zang - en danslessen, om nog maar te zwijgen van zwem - en tennislessen.

I wasn't dancing!

Ik was niet aan het dansen!

I'm tired of dancing.

Ik ben het dansen zat.

When it comes to disco dancing, I'm no match for Susan.

Als het om discodansen gaat, ben ik geen partij voor Susan.

At the winter festival, Beth received an award for dancing the best.

Op het winterfestival ontving Beth een prijs voor het beste dansen.