Translation meaning & definition of the word "cramp" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "kramp" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Cramp
[Kramp]/kræmp/
noun
1. A painful and involuntary muscular contraction
- synonym:
- spasm ,
- cramp ,
- muscle spasm
1. Een pijnlijke en onvrijwillige spiercontractie
- synoniem:
- spasmen ,
- kramp ,
- spierspasme
2. A clamp for holding pieces of wood together while they are glued
- synonym:
- cramp
2. Een klem om stukken hout tegen elkaar te houden terwijl ze gelijmd zijn
- synoniem:
- kramp
3. A strip of metal with ends bent at right angles
- Used to hold masonry together
- synonym:
- cramp ,
- cramp iron
3. Een strook metaal met haakse uiteinden
- Vroeger metselwerk bij elkaar
- synoniem:
- kramp ,
- kramp ijzer
verb
1. Secure with a cramp
- "Cramp the wood"
- synonym:
- cramp
1. Veilig met een kramp
- "Kramp het hout"
- synoniem:
- kramp
2. Prevent the progress or free movement of
- "He was hampered in his efforts by the bad weather"
- "The imperialist nation wanted to strangle the free trade between the two small countries"
- synonym:
- hamper ,
- halter ,
- cramp ,
- strangle
2. De voortgang of het vrije verkeer van
- "Hij werd bij zijn inspanningen belemmerd door het slechte weer"
- "De imperialistische natie wilde de vrije handel tussen de twee kleine landen wurgen"
- synoniem:
- mand ,
- halster ,
- kramp ,
- wurgen
3. Affect with or as if with a cramp
- synonym:
- cramp
3. Beïnvloeden met of alsof met een kramp
- synoniem:
- kramp
4. Suffer from sudden painful contraction of a muscle
- synonym:
- cramp
4. Lijden aan plotselinge pijnlijke samentrekking van een spier
- synoniem:
- kramp