Translation meaning & definition of the word "covenant" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "verbond" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Covenant
[Verbond]/kəvənənt/
noun
1. A signed written agreement between two or more parties (nations) to perform some action
- synonym:
- covenant ,
- compact ,
- concordat
1. Een ondertekende schriftelijke overeenkomst tussen twee of meer partijen ( nations ) om enige actie uit te voeren
- synoniem:
- verbond ,
- compact ,
- concordaat
2. (bible) an agreement between god and his people in which god makes certain promises and requires certain behavior from them in return
- synonym:
- covenant
2. ( bijbel ) een overeenkomst tussen god en zijn volk waarin god bepaalde beloften doet en in ruil daarvoor bepaald gedrag van hen vereist
- synoniem:
- verbond
verb
1. Enter into a covenant
- synonym:
- covenant
1. Een verbond aangaan
- synoniem:
- verbond
2. Enter into a covenant or formal agreement
- "They covenanted with judas for 30 pieces of silver"
- "The nations covenanted to fight terrorism around the world"
- synonym:
- covenant
2. Een convenant of formele overeenkomst sluiten
- "Ze sloten een verbond met judas voor 30 zilverstukken"
- "De naties hebben een verbond gesloten om terrorisme over de hele wereld te bestrijden"
- synoniem:
- verbond