Translation meaning & definition of the word "cottage" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "cottage" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Cottage
[Huisje]/kɑtəʤ/
noun
1. A small house with a single story
- synonym:
- bungalow ,
- cottage
1. Een klein huis met een enkel verhaal
- synoniem:
- bungalow ,
- huisje
Examples of using
This cottage reminds me of the one I was born in.
Dit huisje doet me denken aan het huisje waarin ik ben geboren.
There was a cottage on the side of the hill.
Er was een huisje aan de zijkant van de heuvel.
The old cottage had only one bed, so we all took turns sleeping in it.
Het oude huisje had maar één bed, dus sliepen we er allemaal om de beurt in.