Translation meaning & definition of the word "converge" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "converge" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Converge
[Converge]/kənvərʤ/
verb
1. Be adjacent or come together
- "The lines converge at this point"
- synonym:
- converge ,
- meet
1. Naast elkaar zijn of samenkomen
- "De lijnen komen op dit punt samen"
- synoniem:
- convergeren ,
- ontmoeten
2. Approach a limit as the number of terms increases without limit
- synonym:
- converge
2. Benader een limiet naarmate het aantal voorwaarden onbeperkt toeneemt
- synoniem:
- convergeren
3. Move or draw together at a certain location
- "The crowd converged on the movie star"
- synonym:
- converge
3. Verplaatsen of samenbrengen op een bepaalde locatie
- "Het publiek kwam samen in de filmster"
- synoniem:
- convergeren
4. Come together so as to form a single product
- "Social forces converged to bring the fascists back to power"
- synonym:
- converge
4. Samenkomen om een enkel product te vormen
- "Sociale krachten kwamen samen om de fascisten weer aan de macht te brengen"
- synoniem:
- convergeren