Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "construct" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "bouwen" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Construct

[Construct]
/kənstrəkt/

noun

1. An abstract or general idea inferred or derived from specific instances

    synonym:
  • concept
  • ,
  • conception
  • ,
  • construct

1. Een abstract of algemeen idee afgeleid of afgeleid van specifieke gevallen

    synoniem:
  • concept
  • ,
  • conceptie
  • ,
  • construeren

verb

1. Make by combining materials and parts

  • "This little pig made his house out of straw"
  • "Some eccentric constructed an electric brassiere warmer"
    synonym:
  • construct
  • ,
  • build
  • ,
  • make

1. Maken door materialen en onderdelen te combineren

  • "Dit varkentje maakte zijn huis van stro"
  • "Sommige excentriek bouwden een elektrische beha-warmer"
    synoniem:
  • construeren
  • ,
  • bouwen
  • ,
  • maken

2. Put together out of artificial or natural components or parts

  • "The company fabricates plastic chairs"
  • "They manufacture small toys"
  • He manufactured a popular cereal"
    synonym:
  • manufacture
  • ,
  • fabricate
  • ,
  • construct

2. Samengesteld uit kunstmatige of natuurlijke componenten of onderdelen

  • "Het bedrijf fabriceert plastic stoelen"
  • "Ze maken klein speelgoed"
  • Hij vervaardigde een populaire ontbijtgranen"
    synoniem:
  • fabricage
  • ,
  • fabriceren
  • ,
  • construeren

3. Draw with suitable instruments and under specified conditions

  • "Construct an equilateral triangle"
    synonym:
  • construct

3. Tekenen met geschikte instrumenten en onder gespecificeerde voorwaarden

  • "Een gelijkzijdige driehoek construeren"
    synoniem:
  • construeren

4. Create by linking linguistic units

  • "Construct a sentence"
  • "Construct a paragraph"
    synonym:
  • construct

4. Creëren door taaleenheden te koppelen

  • "Een zin opbouwen"
  • "Een alinea construeren"
    synoniem:
  • construeren

5. Create by organizing and linking ideas, arguments, or concepts

  • "Construct a proof"
  • "Construct an argument"
    synonym:
  • construct

5. Creëren door ideeën, argumenten of concepten te organiseren en te koppelen

  • "Een bewijs construeren"
  • "Een argument construeren"
    synoniem:
  • construeren

6. Reassemble mentally

  • "Reconstruct the events of 20 years ago"
    synonym:
  • reconstruct
  • ,
  • construct
  • ,
  • retrace

6. Mentaal weer in elkaar zetten

  • "Reconstructie van de gebeurtenissen van 20 jaar geleden"
    synoniem:
  • reconstrueren
  • ,
  • construeren
  • ,
  • retrace

Examples of using

Take my hand. The two of us are going to construct a utopia.
Pak mijn hand. Wij tweeën gaan een utopie bouwen.
After reading his books I feel I can construct a house.
Na het lezen van zijn boeken voel ik dat ik een huis kan bouwen.