Examples of using
Tom and Mary fight constantly.
Tom en Mary vechten constant.
They fight constantly.
Ze vechten constant.
I lied constantly to my wife.
Ik loog constant tegen mijn vrouw.
Tom and Mary's relationship was very volatile and they argued constantly.
De relatie van Tom en Mary was erg volatiel en ze maakten voortdurend ruzie.
The chakras are constantly spinning. If they weren't, the physical body couldn't exist.
De chakra's draaien constant. Als dat niet het geval was, kon het fysieke lichaam niet bestaan.
I constantly talk to myself.
Ik praat constant tegen mezelf.
He constantly criticizes other people.
Hij bekritiseert constant andere mensen.
He was constantly bullied at school.
Hij werd constant gepest op school.
The basement of his house is constantly inundated with inexplicable water leaks.
De kelder van zijn huis wordt constant overspoeld met onverklaarbare waterlekken.
That guy is a real weather vane: he constantly changes his mind.
Die man is een echte windwijzer: hij verandert voortdurend van gedachten.
He didn’t lose a single minute, thinking constantly how to survive and how to improve his conditions.
Hij verloor geen minuut en dacht constant hoe hij moest overleven en hoe hij zijn omstandigheden kon verbeteren.
My sister is constantly reading comic books.
Mijn zus leest constant stripboeken.
She is constantly in and out of hospital.
Ze ligt constant in en uit het ziekenhuis.
His wife nags him constantly.
Zijn vrouw knaagt hem constant.
She is constantly writing letters.
Ze schrijft constant brieven.
He is constantly complaining.
Hij klaagt constant.
I am constantly forgetting names.
Ik vergeet constant namen.
Everyone in the city appears to be constantly on the go.
Iedereen in de stad lijkt constant onderweg te zijn.
Computers are constantly being improved.
Computers worden voortdurend verbeterd.
Our troops were constantly harassed by the guerrillas.
Onze troepen werden constant lastiggevallen door de guerrillastrijders.
