Translation meaning & definition of the word "conglomerate" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "conglomeraat" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Conglomerate
[Conglomeraat]/kənglɑmərət/
noun
1. A composite rock made up of particles of varying size
- synonym:
- pudding stone ,
- conglomerate
1. Een composietgesteente bestaande uit deeltjes van verschillende grootte
- synoniem:
- pudding steen ,
- conglomeraat
2. A group of diverse companies under common ownership and run as a single organization
- synonym:
- conglomerate ,
- empire
2. Een groep van diverse bedrijven in gemeenschappelijk eigendom en gerund als één organisatie
- synoniem:
- conglomeraat ,
- rijk
verb
1. Collect or gather
- "Journals are accumulating in my office"
- "The work keeps piling up"
- synonym:
- accumulate ,
- cumulate ,
- conglomerate ,
- pile up ,
- gather ,
- amass
1. Verzamelen of verzamelen
- "Journals hopen zich op in mijn kantoor"
- "Het werk blijft zich opstapelen"
- synoniem:
- accumuleren ,
- cumuleren ,
- conglomeraat ,
- opstapelen ,
- verzamelen ,
- amass
adjective
1. Composed of heterogeneous elements gathered into a mass
- "The conglomerate peoples of new england"
- synonym:
- conglomerate
1. Samengesteld uit heterogene elementen verzameld in een massa
- "De conglomeraatvolken van new england"
- synoniem:
- conglomeraat